Bodemvochtmetingen
De bodemvochtmetingen komen vanuit het groene lemmet, waar de gazondolk een elektromagnetische golf doorheen stuurt. Vervolgens meet de sensor de snelheid van die stroom. Deze snelheid hangt samen met de vochtigheid van de bodem: een natte bodem zal de stroom trager geleiden dan een droge bodem. In onze database zetten wij de snelheid om in een percentage bodemvocht voor die bodem.
De interpretatie van dit percentage, of een tuin meer last heeft van droogte, hangt sterk af van het bodemtype. Om dit te weten te komen, hebben de deelnemers in 2021 een bodemstaal ingestuurd. Deze 4.400 stalen zijn verwerkt en elke deelnemer ziet het bodemtype van het meetpunt terug op het dashboard.
Het verschil met de weersvoorspellingen
Frank Deboosere geeft andere temperaturen dan de gazondolk. Dit is niet zo verwonderlijk als het op het eerste zicht lijkt. De gazondolk meet de temperatuur dicht bij het oppervlak, op zo’n 12 cm hoogte, de temperatuur die het gras en de sperzieboontjes voelen. De algemene weersvoorspellingen daarentegen gelden voor ongeveer twee meter hoogte.
Dicht bij het oppervlak zijn de windsnelheden lager dan op ongeveer twee meter hoogte. Door die lagere windsnelheden, maar ook door bijvoorbeeld weerkaatsing en uitstoot van warmtestraling door het oppervlak, is de maximumtemperatuur dicht bij de bodem meestal warmer. Dit verschil zal tijdens hittegolven waarschijnlijk nog meer oplopen.
Er kunnen echter ook verschillen ontstaan door het verschil in opbouw van een weerstation (zoals het KMI gebruikt) en van onze gazondolk. Daardoor is de kans groot dat een gazondolk op weerstationhoogte nog steeds iets andere temperaturen zou meten. Sorry Frank, we kunnen onze metingen dus niet rechtstreeks met het weerbericht vergelijken.
Kwakkelzomer onverwachte meevaller voor het onderzoek
Regen, regen én nog eens regen. Je zou het misschien niet zeggen, maar de zomer van 2021 – de natste in tweehonderd jaar, is een onverhoopte meevaller voor ons onderzoek. De bodemsensoren vullen een zwart gat in onze kennis: hoe kunnen tuinen werken als sponzen en extreme regenval bufferen?
Oorspronkelijk was het plan om op het einde van de zomer een extra histogram toe te voegen aan het dashboard, waarop je als deelnemer kan vergelijken hoe droog jouw tuin is in vergelijking met de rest van Vlaanderen. Er kwam echter geen droogte, integendeel. We maakten de natste zomer mee sinds het begin van de metingen in 1833.
Een onverwachte meevaller: we sloegen het roer om en gebruikten de sensoren om te berekenen hoeveel regen er sinds het begin van de meetcampagne in Vlaanderen viel. Deelnemers kunnen op het dashboard aflezen hoeveel water hun tuin reeds opving en hoe dit zich verhoudt tot de rest van Vlaanderen.