Nee, dat klopt niet. Toegegeven, het gras kan er na een warme en droge periode geel of bruin uitzien, maar dit is per sé niet slecht voor het gras. Zoals te lezen valt op de website van partner VMM, Vlaamse Milieu Maatschappij: “Gras beschermt zichzelf door in een soort ‘slaapstand’ te gaan. Bovengronds valt het stil en het zoekt dieper in de bodem naar water. Daardoor wordt het gras ook sterker. Het kan dus geen kwaad als je gazon geel kleurt tijdens een droge periode. Wanneer de weersomstandigheden terug ‘beter’ worden, zal het gras herstellen. Extra water geven is dus niet nodig.”
Omdat we graag de natuurlijke stand van zaken in tuinen willen meten, zoeken we naar meetpunten waar het gras geen extra water krijgt. We vragen je dan ook om je gras van 3 april tot en met 2 oktober niet te besproeien. Plantjes en moestuinen water geven mag wel, evenals maaien, bekalken en bemesten.
Ja! Speciaal voor de drie graden van het lager onderwijs en de eerste graad en derde graad van het middelbaar bieden we een CurieuzeNeuzen in de Tuin-lespakket aan. Het lespakket gaat aan de slag met de bodemsensor en aspecten die bestudeerd worden tijdens het onderzoek (een gezonde bodem, klimaatverandering, …). Het lespakket is begin april beschikbaar, meer informatie vind je hier.
Ook als je niet aan het onderzoek kunt deelnemen met je school, is dit lespakket een interessante en leuke manier om leerlingen kennis te laten maken met de materie uit CurieuzeNeuzen in de Tuin. Het lespakket is vrij te downloaden.
CurieuzeNeuzen in de Tuin meette een half jaar lang de hitte en droogte in jouw tuin, speelplaats van je school of je terrein met de hulp van een slimme bodemsensor. De metingen startten op alle meetpunten op 26 maart en eindigden op 1 oktober 2022.
Niet alleen in de zomer zie je namelijk de gevolgen van de droogte in de natuur en in onze tuin. De droogteperiode in Vlaanderen is eigenlijk heel lang: zodra de planten in de lente in blad schieten, beginnen zij water te gebruiken en kan de droogte zich langzaam beginnen te laten voelen. De hoeveelheid regenval in het voorjaar is dus van cruciaal belang voor de natuur.
Ook voor de temperatuur meten we graag een lange periode. Hoewel we verwachten dat de verschillen tussen tuinen het meest uitgesproken zullen zijn tijdens een hittegolf, zullen er ook op frissere dagen duidelijke verschillen zijn. Door zes maanden aan een stuk te meten, krijgen we een goed overzicht van hoe die verschillen doorheen het hele groeiseizoen accumuleren.
De naam, Internet of Things, ook wel IoT, verwijst naar een geheel van apparaten dat verbonden is met het internet. Op deze manier kunnen de apparaten gegevens naar de cloud sturen, met databases communiceren of onderling gegevens uitwisselen.
Veel apparaten in het IoT zijn uitgerust met een sensor om gegevens te verzamelen. In het geval van CurieuzeNeuzen in de Tuin heeft de bodemsensor verschillende sensoren die elk kwartier de luchttemperatuur, de bodemtemperatuur of de bodemvochtigheid meten. Via een simkaart zijn de sensoren verbonden met het netwerk van Orange en wordt één keer per dag de verzamelde data doorgestuurd naar onze database. Van daaruit worden de data geanalyseerd door wetenschappers van de Universiteit Antwerpen en doorgestuurd naar je persoonlijke dashboard.
Daar waar we voorheen soms dagen moesten wachten op meetresultaten, stelt deze nieuwe IoT techniek ons in staat om hitte en droogte op 5.000 plekken tegelijk, in real time, op te volgen. Het is de eerste keer in Vlaanderen en daarbuiten dat een burgerwetenschapsonderzoek op zo’n grote schaal gebruikt maakt van een Internet of Things toepassing.
Nee. De bodemsensor stuurt de data door via een eigen simkaart die aangesloten is op het Internet Of Things netwerk van Orange.
De bodemsensor heeft verschillende sensoren: 3 temperatuursensoren en een bodemvochtsensor. De temperatuursensoren meten de bodemtemperatuur aan het bodemoppervlak en op 10 cm onder het bodemoppervlak en de luchttemperatuur op 12 cm boven het bodemoppervlak. De bodemvochtigheid wordt tot een diepte van ongeveer 14 cm gemeten.
De bodemsensor is aangesloten op het Internet of Things (IoT). Via een simkaart zijn de sensoren verbonden met het netwerk van Orange en wordt één keer per dag de verzamelde data doorgestuurd naar onze database. Van daaruit worden de data geanalyseerd door wetenschappers van de Universiteit Antwerpen en doorgestuurd naar je persoonlijke dashboard.
Daar waar we voorheen soms dagen of zelfs maanden moesten wachten op meetresultaten, stelt deze nieuwe IoT techniek ons in staat om hitte en droogte op 5.000 plekken tegelijk, in real time, op te volgen. Het is de eerste keer in Vlaanderen en daarbuiten dat een burgerwetenschapsonderzoek op zo’n grote schaal gebruikt maakt van een Internet of Things toepassing.
In 2021 gaven 51.001 meetpunten zich op om mee te meten met het onderzoek. Een algoritme selecteerde 4.400 meetlocaties in tuinen, speelplaatsen en privé-domeinen. Het algoritme hield daarbij rekening met de best mogelijke verdeling op basis van volgende criteria: geografische spreiding, grootte van de tuin en gazonbeheer, de ligging van de tuin (stedelijk, landelijk etc.) en bodemtype op regioschaal. Deze vulden we aan met 600 op voorhand geselecteerde meetpunten in natuurgebieden en landbouwakkers.
Na een zeer geslaagde meetperiode in 2021 werd het onderzoek uitgebreid met een extra jaar: in 2022 gaan opnieuw 3.000 gazondolken de grond in. Ook dit jaar vullen we de meetlocaties aan met natuurgebieden en landbouwakkers.
Deelnemers halen tussen 23 en 26 maart 2022 een meetpakket op bij een DPD Pickup punt. In dit pakket zit de gazondolk. De gazondolk wordt 26 maart op zijn oude, vertrouwde plaats in het gazon geplaatst (zo blijven de twee meetjaren met elkaar vergelijkbaar).
De bodemsensor staat in het gazon van 26 maart tot en met 1 oktober 2022. In deze periode meet de sensor elk kwartier de luchttemperatuur, bodemtemperatuur en bodemvochtigheid, en zendt deze dagelijks via het Internet-Of-Things netwerk van Orange Belgium door naar de database van de Universiteit Antwerpen. Zo kan de situatie van deze 3.000 meetpunten in real time worden opgevolgd.
Om zelf de droogte en hitte in hun meetpunt te kunnen mee volgen, krijgen deelnemers opnieuw toegang tot een persoonlijk, online dashboard. In heldere grafieken volgen ze mee hoe de situatie zich in jouw tuin van dag tot dag ontwikkelt en hoe dit zich verhoudt tot andere meetpunten in Vlaanderen. Deelnemers kunnen hun dashboard ook delen met vrienden, familie, buurtgenoten, leerlingen etc.
Gedurende de meetperiode ontvangen deelnemers van ons per mail een aantal vragenlijsten waarin we wat meer informatie vragen over hun tuin/speelplaats/terrein. Via de algemene nieuwsbrief geven we updates over het onderzoek.
Aan het eind van de meetperiode worden de sensoren terug ingeleverd tussen 1 en 8 oktober bij een DPD Pickup punt. Deelnemers verpakken hem daarvoor in de doos waarin hij aan hen bezorgd is. Nadat we de sensor terug ontvangen hebben, krijgen deelnemers die in 2021 en 2022 het volledige traject hebben afgerond in november de 20 euro waarborg terug in de vorm van een waardebon voor Bio-Planet.
In december lanceren we opnieuw de resultaten van het onderzoek in een persoonlijk Tuinrapport voor de deelnemers. In de tussentijd lees je in de app DS Nieuws en op www.standaard.be/curieuzeneuzen mee met inhoudelijke dossiers en verrassende conclusies over het onderzoek.
Je vindt er ook de interactieve stippenkaart met de metingen van alle meetpunten in Vlaanderen. Deze stippenkaart is een plattegrond van Vlaanderen, met daarop alle meetpunten en de bijbehorende meetresultaten. In 2018 werd een soortgelijke stippenkaart gelanceerd voor het luchtkwaliteit metingen van het project CurieuzeNeuzen Vlaanderen. Je leert wat de heetste plekken van Vlaanderen zijn, waar je moet zijn voor verkoeling en je ontdekt of jouw gemeente zich staande houdt tijdens een zomerse hittegolf.