Voor de selectie stelden we een algoritme op dat een ideale set meetpunten bepaalde op basis van diverse kenmerken: geografische ligging, bodem, aandeel groen of verharding in de omgeving, grootte van de tuin, beplanting of maaibeleid. Onze selectie is statistisch relevant en representatief voor Vlaanderen. Omdat er meer variatie in bodem en reliëf in het zuiden van Vlaanderen zit, moesten we daar meer tuinen selecteren om die variatie mee te kunnen pakken voor het onderzoek.
In 2022 starten we het onderzoek terug met 3.000 van de 5.000 deelnemers. We voorzien tegen de start van de metingen een nieuw overzichtskaartje met alle meetpunten. In april volgt ook een update van de stippenkaarten van De Standaard.
In het proefproject tijdens de zomer van 2020 hebben we gezien dat één tuin al heel veel verschillende meetresultaten kan opleveren. We zetten de bodemsensor bijvoorbeeld vlakbij een zuidmuur versus een noordmuur, of in een geschoffeld perk versus een gazon dat vaak betreden wordt. Om de resultaten voor alle locaties vergelijkbaar te houden, hebben we gekozen voor een tuininvulling die heel algemeen en vergelijkbaar is: het grasveld. En omdat de meeste mensen wel een stukje gras in hun tuin hebben, vergroten we op die manier de mogelijke deelnemerspoule voor het onderzoek.
-Om de metingen tussen de twee jaren vergelijkbaar te houden, plaats je de bodemsensor op 26 maart op zijn oude, vertrouwde plaatsje in jouw tuin. Gebruik hiervoor de handleiding: de bodemsensor is breekbaar.
-De bodemsensor staat een halfjaar lang ongestoord in je grasveld – trek hem niet uit de grond.
-Na installatie van de bodemsensor hou je de doos van de sensor bij en steek je alvast het installatiemes en de retoursticker erin. Je hebt deze doos in oktober nodig om de sensor en installatiemes terug te sturen.
–Je maait het gras zoals je altijd doet, maar gebruikt geen robotmaaier.
-Je geeft je grasveld tijdens de meetperiode geen extra water (andere planten van water voorzien mag wel).
-Je geeft meer informatie over je tuin via een aantal beknopte vragenlijsten. Deze informatie is een belangrijk deel van het onderzoek.
-Gebeurt er iets met de bodemsensor, laat het ons dan weten.
-Aan het einde van de metingen stuur je de bodemsensor en het installatiemes terug.
-Na het afronden van het hele traject en het terugbezorgen van een functionerende sensor (zowel in 2021 als in 2022) ontvang je de waarborg terug in de vorm van een €20 tegoedbon voor Bio-Planet (in de winkel of online). De waarborg wordt niet in cash terugbetaald.
Fijn dat je het onderzoek wil blijven volgen. Er zijn verschillende manieren om op de hoogte te blijven van het onderzoek en de resultaten. Op standaard.be/curieuzeneuzen vind je een uitgebreid journalistiek dossier met meer context rond het onderzoek. Je vindt daar ook de stippenkaart van Vlaanderen met de resultaten van alle deelnemende meetpunten. Inzoomen is mogelijk tot op straatniveau. Half december lanceren we daar de resultaten en conclusies van het onderzoek.
Nieuwsgierig naar de meetgegevens van iemand bij jou uit de buurt? Deelnemers hebben ook de mogelijkheid om hun persoonlijke dashboard te delen via Facebook, Twitter en LinkedIn. Ken je mensen die deelnemen, dan kan je hen vragen om hun dashboard via die route met jou te delen. Daar kan dan de meetgegevens van die specifieke tuin bekijken.
Daarnaast kan je je ook registreren voor onze maandelijkse nieuwsbrief, waarin we meer achtergrondinformatie geven over het onderzoek en je voorzien van tips om zelf aan de slag te gaan in je eigen tuin. Deze nieuwsbrief bevat brede, algemene informatie over het onderzoek en is ook voor niet-deelnemers heel interessant.
Volg ons ook op Facebook – Instagram – Twitter
De 4.400 geselecteerde meetpunten vulden we aan met 600 vooraf geselecteerde meetpunten in natuurgebieden en landbouwakkers. Het totaal aantal meetpunten voor CurieuzeNeuzen in de Tuin kwam daarmee op 5.000, en dat is ineens het maximum. Dit heeft te maken met het aantal beschikbare slimme bodemsensoren: momenteel zijn er 5.000 van deze bodemsensoren in omloop.
Voor de eerste meetperiode in 2021 selecteerde een algoritme uit alle geregistreerde meetpunten 4.400 meetlocaties in tuinen, speelplaatsen en privé-domeinen. Het algoritme hield daarbij rekening met de best mogelijke verdeling op basis van volgende criteria: geografische spreiding, grootte van de tuin en gazonbeheer, de ligging van de tuin (stedelijk, landelijk etc.) en bodemtype op regioschaal. Dit vulden we aan met 600 voorafgeselecteerde meetpunten op landbouwakkers en in natuurgebieden.
De deelnemers voor de meetcampagne uit 2022 komen uit de deelnemerspoule van 2021: zij hadden de mogelijkheid om opnieuw in te tekenen voor een extra halfjaar aan inzichten uit eigen tuin. Van de 4.400 deelnemers tekenden 3.000 deelnemers terug in.
Nee, dat klopt niet. Toegegeven, het gras kan er na een warme en droge periode geel of bruin uitzien, maar dit is per sé niet slecht voor het gras. Zoals te lezen valt op de website van partner VMM, Vlaamse Milieu Maatschappij: “Gras beschermt zichzelf door in een soort ‘slaapstand’ te gaan. Bovengronds valt het stil en het zoekt dieper in de bodem naar water. Daardoor wordt het gras ook sterker. Het kan dus geen kwaad als je gazon geel kleurt tijdens een droge periode. Wanneer de weersomstandigheden terug ‘beter’ worden, zal het gras herstellen. Extra water geven is dus niet nodig.”
CurieuzeNeuzen in de Tuin meette een half jaar lang de hitte en droogte in jouw tuin, speelplaats van je school of je terrein met de hulp van een slimme bodemsensor. De metingen startten op alle meetpunten op 26 maart en eindigden op 1 oktober 2022.
Niet alleen in de zomer zie je namelijk de gevolgen van de droogte in de natuur en in onze tuin. De droogteperiode in Vlaanderen is eigenlijk heel lang: zodra de planten in de lente in blad schieten, beginnen zij water te gebruiken en kan de droogte zich langzaam beginnen te laten voelen. De hoeveelheid regenval in het voorjaar is dus van cruciaal belang voor de natuur.
Ook voor de temperatuur meten we graag een lange periode. Hoewel we verwachten dat de verschillen tussen tuinen het meest uitgesproken zullen zijn tijdens een hittegolf, zullen er ook op frissere dagen duidelijke verschillen zijn. Door zes maanden aan een stuk te meten, krijgen we een goed overzicht van hoe die verschillen doorheen het hele groeiseizoen accumuleren.
De naam, Internet of Things, ook wel IoT, verwijst naar een geheel van apparaten dat verbonden is met het internet. Op deze manier kunnen de apparaten gegevens naar de cloud sturen, met databases communiceren of onderling gegevens uitwisselen.
Veel apparaten in het IoT zijn uitgerust met een sensor om gegevens te verzamelen. In het geval van CurieuzeNeuzen in de Tuin heeft de bodemsensor verschillende sensoren die elk kwartier de luchttemperatuur, de bodemtemperatuur of de bodemvochtigheid meten. Via een simkaart zijn de sensoren verbonden met het netwerk van Orange en wordt één keer per dag de verzamelde data doorgestuurd naar onze database. Van daaruit worden de data geanalyseerd door wetenschappers van de Universiteit Antwerpen en doorgestuurd naar je persoonlijke dashboard.
Daar waar we voorheen soms dagen moesten wachten op meetresultaten, stelt deze nieuwe IoT techniek ons in staat om hitte en droogte op 5.000 plekken tegelijk, in real time, op te volgen. Het is de eerste keer in Vlaanderen en daarbuiten dat een burgerwetenschapsonderzoek op zo’n grote schaal gebruikt maakt van een Internet of Things toepassing.