Brave huisvaders en mokkende pubers: een update over het datanetwerk
De data van het gazondolkennetwerk wordt verzonden via het Internet of Things. CurieuzeNeuzen in de Tuin is met zijn 5.000 geconnecteerde sensoren meteen ook het meest grootschalige Internet of Things netwerk in België. Pionierswerk dus, en dat geeft evenveel interessante verrassingen als uitdagingen.
De naam, Internet of Things, ook wel IoT, verwijst naar een geheel van apparaten dat verbonden is met het internet. Op deze manier kunnen de apparaten gegevens naar de cloud sturen, met databases communiceren of onderling gegevens uitwisselen.
Veel apparaten in het IoT zijn uitgerust met een sensor om gegevens te verzamelen. In het geval van CurieuzeNeuzen in de Tuin heeft de bodemsensor verschillende sensoren die elk kwartier de luchttemperatuur, de bodemtemperatuur of de bodemvochtigheid meten. Via een simkaart zijn de sensoren verbonden met het IoT netwerk van Orange en één keer per dag worden de verzamelde data doorgestuurd naar onze database en de dashboards van de deelnemers.
We hebben intussen een eerste zicht op hoe trouw de gazondolken hun data doorsturen naar de CurieuzeNeuzen-database aan de UAntwerpen. Verrassend daarbij is dat een deel van het netwerk reageert als een “goede huisvader”, terwijl een ander deel meer als een “mokkende puber” tewerk gaat.
Zo’n 50% van alle sensoren sturen hun data elke 24 uur door (dit zijn de brave huisvaders). De andere 50% wil nog wel eens één of meerdere dagen de data vasthouden, om dan op een later moment alles in een gulp door te sturen (dit zijn de pubers).
Is jouw gazondolk toevallig een mokkende puber? Niet getreurd. Dan zie je inderdaad niet elke 24 uur nieuwe data op je dashboard verschijnen. Maar deze data zijn niet verloren: de gegevens worden opgeslagen in het intern geheugen van de bodemsensor en doorgestuurd als er terug connectie is. Hoe dan ook worden deze data meegenomen in het onderzoek.
Vanuit een Internet of Things-perspectief zijn deze brave en stoute gazondolken razend interessant: waarom reageert het netwerk zo? Is er een verminderd bereik op bepaalde locaties? Staan er grote bomen of gebouwen in de buurt? Of speelt het weer een rol in de connectiezekerheid? En wat valt hieruit te leren voor de toekomstige uitrol van grote IoT netwerken? Deze interessante vragen onderzoeken we momenteel met partner Orange en de Internet of Things-wizards van ID lab aan de UAntwerpen.